Herziening van de KRW-maatlatten voor macrofyten |
Er was geconcludeerd dat de beoordeling van de macrofyten niet goed voldeed. De belangrijkste oorzaken daarvan waren de sterke afhankelijkheid van de monitoringsinspanning op de deelmaatlat soortensamenstelling en de onduidelijkheden over het werken met begroeibare arealen.
Aan Roelf Pot is vervolgens de opdracht verstrekt de verbeteringsvoorstellen uit te werken en tot een herziene maatlat te komen. Een begeleidingscommissie van 5 personen werd aangesteld om de kwaliteit en de voortgang te bewaken en talloze gebruikers hebben detailvoorstellen geleverd.
Herzieningsstudie
In 2012 is het resultaat van de herzieningsstudie in concept gepubliceerd en is de daarin voorgestelde nieuwe maatlat geaccepteerd door cluster MRE en vervolgens verwerkt in de maatlatdocumenten en QBWat.De studie bevat 3 delen:
I. Analyse van de problemen en alle mogelijke oplossingen
II. Beschrijving van de verbeterde maatlat, met consequenties voor monitoring en berekening er van
III. Discussie en verantwoording, waarin ook de consequenties van de aanpassingen worden aangekaart
Pot, R. 2012: Herziene maatlatten voor de beoordeling van macrofyten voor de KRW; Roelf Pot, Oosterhesselen downloaden
N.B. Het conceptrapport is aangeboden aan opdrachtgever in april 2012 en via deze website ter inzage gesteld. In de definitieve versie van 1 oktober zijn enige kleine wijzigingen aangebracht naar aanleiding van discussies bij de presentaties op 30 augustus en 6 september.
De belangrijkste veranderingen ten opzichte van de maatlatten van 2007
Deelmaatlat abundantie- begroeibaar areaal submers bij ondiepe meren hele wateroppervlak (tot 3 m)
- beoordeling submers in diepe meren op basis van maximum diepte van de begroeiing
- emers en drijfblad worden apart beoordeeld bij meren op aangepast begroeibaar areaal
- onderscheid tussen groeivormen emers en oever op basis van dichtheid hoge kruidlaag (75%)
- voor groeivorm oever bij meren vaste referentie breedte vastgesteld, bij rivieren breedte vervallen
- voor de groeivorm oever bij meren wordt de breedte log-getransformeerd beoordeeld
- monitoring-voorschriften losgekoppeld van vaststelling begroeibaar areaal
- negatieve scores voor soorten die positief reageren op pressoren
- scores gestandaardiseerd op basis van verhouding tussen categorieën van soorten
- door gewijzigde manier van berekenen is de relatie tussen soortenrijkdom en score zeer sterk verminderd
- maatlatgrenzen aangepast op basis van intercalibratie
- de manier van aggregatie is heroverwogen en nu in maatlat zelf geregeld
- beoordeling vind plaats per meetpunt, daarna wordt pas (gewogen) gemiddeld per waterlichaam
- voorgeschreven aantal meetpunten vervalt, het minimum aantal meetpunten is alleen nog relevant voor de betrouwbaarheid
- ruimtelijke variatie wordt niet meer in de maatlat getoetst
Consequenties
Voor monitoring heeft de wijziging nauwelijks consequenties, althans als het voorschrift uit het Handboek Hydrobiologie werd gevolgd. Alleen als er alleen minimaal werd gemeten wat nodig was voor de maatlat van 2007, dan kan het zijn dat er gegevens ontbreken in de verzamelde data en dat het monitoringsprogramma moet worden aangepast. De meeste waarschijnlijke eventuele aanpassingen zullen dan zijn:- het vaststellen van de maximum diepte die de begroeiing bereikt in diepe meren
- het opnemen van emerse en drijfbladbegroeiing in grote meren in de ondiepe zone langs de rietkraag
De vaststelling van de MEP en GEP moet opnieuw gebeuren omdat er geen eenvoudige relatie bestaat tussen de oude en de nieuwe maatlat. Een richtlijn hiervoor wordt opgesteld door Haskoning en komt najaar 2012 beschikbaar.
Er moeten mogelijk enige aanpassingen worden gemaakt in database-software waarmee de waarnemingsgegevens worden opgeslagen. Deze aanpassingen werden echter al jaren aanbevolen, zijn in sommige systemen ook al doorgevoerd, de noodzaak is alleen dringender geworden.
Presentatie
Op 30 augustus en op 6 september zijn er informatiebijeenkomsten over de aanpassing van de KRW-maatlatten geweest in Amersfoort, georganiseerd door Stowa. Op de website van STOWA zijn de presentaties nog te vinden.Verwerking van de herzieningen
Door Haskoning worden alle wijzigingen verwerkt in:- Stowa document "Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water 2015-2021" (Stowa rapport 2012-31).
- Richtlijn KRW Monitoring Oppervlaktewater en Protocol Toetsen & Beoordelen (Rijkswaterstaat, 2011)
- Een nieuw document over her-afleiding van MEP en GEP
De veranderingen zijn ook in QBWat versie 5.00 doorgevoerd.
Ook in de default maatlatten voor sloten en kanalen
Eind 2012 zijn ook voorstellen gemaakt voor herziening van de default maatlatten voor de sloten en kanalen, op dezelfde manier als die voor natuurlijke wateren: herziening van de manier van berekenen van de deelmaatlat soortensamenstelling en enkele aanscherpingen van de definitie van het begroeibaar areaal voor de deelmaatlat abundantie van groeivormen. De validatie is in eerste aanleg gebaseerd op expert judgement en signalen van gebruikers van de maatlat.Vervolgens is de score afgestemd op de gemiddelde score van de oude maatlatten. Daarbij is ervan uitgegaan dat de oude maatlatten geaggregeerd worden toegepast (zoals voorgeschreven, maar vaak niet toegepast; aggregatie levert met name bij sloten op de deelmaatlat voor soortensamenstelling gemiddeld een klasse hogere score op dan beoordeling van afzonderlijke sloten). De nieuwe maatlatten zullen, bij beoordeling van afzonderlijke monsters, dus hoger scoren dan de oude, maar bij correct gebruik van de oude maatlatten min of meer gelijk scoren.
Door Haskoning worden de wijzigingen verwerkt in:
- Stowa document "Omschrijving MEP en maatlatten voor sloten en kanalen voor de Kaderrichtlijn Water 2015-2021" (Stowa rapport 2012-31b, verschijnt begin 2013).
De veranderingen zullen ook in QBWat versie 5.10 worden doorgevoerd, naar verwachting in de 2e week van januari 2013.